In het hart van de Sri Lankaanse hooglanden

In de omhullende stilte van de bergen van Sri Lanka bloeit groene kardemom in de schaduw van weelderige vegetatie. De grond is vruchtbaar, de lucht is vochtig en wolken strijken langs de bergtoppen. Het is hier, tussen de 800 en 1.200 meter boven zeeniveau, dat de kracht van deze zeldzame specerij ontstaat.

Elke plant groeit langzaam, gevoed door de regen en de knowhow van de producenten. Dit landschap, dat tegelijkertijd wild en zorgvuldig gecultiveerd is, belichaamt de balans tussen natuur en menselijk handelen.

In deze groene valleien worden de geurige kardemompeulen geboren. Ze worden met de hand geplukt, één voor één, op het hoogtepunt van hun versheid.

Een zacht en levendig terroir

Aan de voet van de stengels, genesteld in de vochtigheid van de bosbodem, verschijnen onopvallend, bijna heimelijk, de groene kardemompeulen. Daar, op grondniveau, groeit deze kostbare specerij, gehuld in een zachte, groene schil, barstensvol aroma's.

De oogst vereist voortdurende aandacht: elke peul wordt met de hand geplukt, één voor één, precies op het moment dat deze optimaal rijp is. Te vroeg, het mist geur. Te laat, want dan verliest het zijn versheid.

Het drogen gebeurt snel, soms op een laag vuur, soms in hete, geventileerde lucht, om de intense geur vast te houden en de heldergroene kleur te behouden die kenmerkend is voor de kwaliteit van hoogwaardige kardemom.

Dit heldergroen is geen detail: het is de belofte van een pure, citroenachtige en harsachtige smaak, die intact blijft totdat hij uw keuken bereikt.